Nieuws

Van jager naar boer door snelle opwarming klimaat

Een snelle opwarming van het klimaat in Noord-Europese landen leidde tot een scherpe bevolkingsgroei 6000 jaar geleden en het ontstaan van een landbouwmaatschappij. Dat is de conclusie van een nieuw multidisciplinair onderzoek door een internationaal team van geologen, geochemici, archeologen, visbiologen en ecosysteem modelleurs naar temperatuurontwikkelingen gedurende het mid-Holoceen in de Baltische regio. Het artikel, gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Scientific Reports, verklaart hoe snelle klimaatverandering de meest logische oorzaak is van de late omschakeling in Noord-Europa van een jager- en verzamelaarsamenleving naar een landbouwmaatschappij.

Lang bleef het voor wetenschappers onduidelijk of klimaatverandering de belangrijkste oorzaak was voor de omschakeling naar landbouw in de Noord-Europese regio. Geochemisch onderzoek van het NIOZ (Koninklijk Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) leverde een nieuwe zeewatertemperatuur curve op van dit geologische tijdvak. Het is voor het eerst dat de door NIOZ ontwikkelde TEX86-methode, waarmee indirect de temperatuur van het oppervlaktewater wordt gemeten, is toegepast op het uitlezen van sedimentkernen afkomstig uit de bodem van de Baltische Zee. Deze kernen bevatten informatie in hoge resolutie over een tijdperk zo’n 7.100 – 3.000 jaar geleden. Ze onthullen een temperatuurgeschiedenis die verklaart waarom de samenleving in de Baltische regio pas 1500 jaar later dan het Europese continent transformeerde van een jager- en verzamelaarsamenleving naar een landbouwmaatschappij.

Locaties (rood) van de onderzochte sedimentkernen uit de Baltische Zee

Watertemperaturen uit het verleden
“TEX86 functioneert als de paleothermometer in ons onderzoek,” vertelt NESSC-onderzoeker Jaap Sinninghe Damsté, biogeochemicus bij het NIOZ en hoogleraar aan de Universiteit van Utrecht. “Deze thermometer is gebaseerd op overblijfselen van de zogenoemde Thaumarchaeota micro-organismen. Deze microben stemmen de samenstelling van hun membraanlipiden af op de watertemperatuur.” Wanneer Thaumarchaeota sterven en naar de bodem zinken, wordt deze ‘membraan-informatie’ in het sediment opgeslagen, en via een chemische analyse kan zij worden ‘terug gelezen’. “Uit onze analyse blijkt dat de zomertemperatuur van het oppervlaktewater varieerde van 14,5 tot 17,5 graden Celsius. De TEX86 curve laat een langdurige onstabiele, maar over het algemeen koudere fase zien tussen 7 en 6 duizend jaar geleden, gevolgd door een snelle opwarming met als hoogtepunt de tijdsperiode tussen 5.600 en 4.500 jaar geleden.”

Demografische reactie
“Als we deze resultaten vergelijken met onze archeologische bevindingen, zien we een duidelijke overeenkomst,” vertelt Stephan Shennan, archeoloog aan het University College London, die de demografische ontwikkeling van de Baltische regio analyseerde. “Kort na zesduizend jaar geleden zien we een snelle stijging van de bevolkingsdichtheid die gelijk loopt met de fase waarin het warmer werd. Ook kunnen we aan de hand van culturele overblijfselen concluderen dat deze ontwikkelingen parallel lopen met de ontstaansgeschiedenis van de landbouwsamenleving in de Baltische regio.” De aanzienlijke temperatuurstijging bood ideale omstandigheden voor succesvolle landbouwactiviteiten en mogelijkheden voor Europese agrariërs om uit te breiden naar het noorden. “Onze studie laat zien dat de bevolking slechts twee tot drie generaties nodig heeft gehad voor deze omschakeling. Dat benadrukt dat mensen zeer flexibel en snel kunnen reageren op klimaatverandering,” vervolgt Shennan.

Illustratie van Neolitische boeren in het mid-Holoceen

Om zijn theorie te bevestigen had Shennan echter gegevens nodig van de temperatuur in de Baltische regio uit het mid-Holoceen. Het onderzoek van de sedimentkernen in hoge resolutie was daarom een essentieel onderdeel van deze studie. “We hebben een multi-proxy-benadering ontwikkeld om zoveel mogelijk informatie uit de zeebodemkernen te halen.” Matthias Moros, geoloog aan het Leibnitz-instituut voor onderzoek aan de Oostzee (IOW) coördineerde het project samen met Sinninghe Damsté. “De kernen wezen ons al op een duidelijke verschuiving rond zesduizend jaar geleden. We zagen dat de structuur van de sedimentlagen volledig veranderen van homogeen naar gelaagd, hetgeen duidt op de afwezigheid van zuurstof in het bodemwater. We weten nu dat dit werd veroorzaakt door temperatuurstijging.”

Effect op visbestanden
Tenslotte toonde zijn collega, IOW ecosysteem modelleur Thomas Neumann aan dat het niet een lokaal, maar regionaal fenomeen in de Baltische regio betrof. Hij concludeert: “Ons model biedt een causaal verband tussen temperatuursveranderingen en milieuomstandigheden en zijn terug te zien in gegevens die uit de analyses van de sedimentkernen komen. We menen ook dat de zuurstofloosheid de visbestanden in de Baltische Zee negatief moet hebben beïnvloedt en dat dit gevolgen moet hebben gehad voor de waargenomen culturele veranderingen.” Jaap Damsté voegt toe: “Helaas waren de archeologische gegevens niet sterk genoeg om dit te bevestigen.” Toch vindt hij dat deze studie de kracht van multidisciplinair onderzoek laat zien. “Uiteindelijk heb je al deze wetenschappelijke disciplines nodig om de geschiedenis van de mens beter te begrijpen.”

 

Artikel:
Climate induced human demographic and cultural change in northern Europe during the mid-Holocene
Scientific Reports 7, 2017
Warden, L., Moros, M., Neumann, T., Shennan, S., Timpson, A., Manning, K., Sollai, M., Wacker, L., Perner, K., Häusler, K., Leipe, T., Zillén, L., Kotilainen, H., Jansen, E., Schneider, R.R., Oeberst, R., Arz, H. & Sinninghe Damsté, J.S.